1, 2, 3, Go!
Twee lieve, slimme jongens van 5 en 7 jaar hebben redelijk vaak ruzie met elkaar en vechten dan om de kleinste dingen. Nu is het zo dat ze het waarschijnlijk ook niet heel erg vinden om te vechten, sterker nog, ze lokken het steeds weer uit om wéér een potje te kunnen vechten. Ze vinden het blijkbaar leuk om fysiek contact te hebben en te vechten. (goh, bij welk jongetje heb ik dat nou eerder gehoord?) De manier waarop ze vechten loopt echter vaak uit op huilen.
Ik ging ermee aan de slag toen ik bij hen kwam oppassen. We waren lekker aan het eten en ik zei ze dat we na het eten de salontafel wel aan de kant konden zetten, zodat ze konden stoeien op het dikke kleed in de woonkamer. Ik vroeg hen of ze dat leuk zouden vinden. (vraag altijd aan kinderen wat zij ervan denken, ga niet zo maar een leuk idee opdringen) Ze vonden het gelukkig een heel leuk idee.
Dus na het eten gingen we aan de slag. Ik gebruikte de zin: “ik heb wat sterke jongens nodig om de tafel aan de kant te zetten” zodat ze daarmee hielpen. En we legden nog wat extra kussens neer voor een zachte ondergrond. (het kan ook op een tweepersoonsbed trouwens)
Ik ging erbij zitten en legde de regels uit;
- Je pakt elkaar bij de armen en probeert elkaar om te duwen
- Je mag de ander pootje haken
- Wie het eerst de ander op de grond heeft gekregen krijgt een punt
- We gaan tot de tien punten
- Je mag niet slaan
- Je mag niet schoppen
- Je mag niet knijpen
- Je mag niet bijten
- Je mag niet krabben
- Alleen maar worstelen dus, anders krijgt de ander een punt. Zet hem op!
Ik telde af: 1, 2, 3 go! En daar gingen ze, ze hadden de grootste lol. En zodra er iemand toch sloeg gaf ik de ander gelijk een punt, “één punt voor X, want je sloeg!” En dat werd meteen geaccepteerd, want de regels waren duidelijk vastgesteld vooraf.
Nadat iemand had gewonnen wilden ze het nog één keer doen en dat mocht van mij, maar wel heb ik toen alvast aangekondigd dat we daarna de tafel weer zouden terug zetten, iets zouden drinken en een boekje, voor het slapen gaan, zouden gaan lezen. En ook dit ging prima, ze waren namelijk al uitgeraasd.
Ik hoorde later van hun moeder dat het wel had gewerkt, maar dat ze dit eigenlijk met regelmaat moeten doen, of dat ze meer met hun vader moeten stoeien. Anders komt het vechten, op de minder fijne manier, gewoon weer terug.