Voorwoord Blog: Positief Opvoeden
Aan het eind van mijn studie pedagogische wetenschappen heb ik onderzoek gedaan naar de relatie tussen positief of negatief opvoeden in verband met pro-sociaal en agressief gedrag van kinderen.
Uit de literatuur bleek dat positieve opvoeding invloed heeft op het verminderen van agressief gedrag1. En dat positieve opvoeding leidt tot meer pro-sociaal gedrag2. Dit laatste bleek ook uit mijn eigen onderzoek uit 2010. Daarnaast bleek uit de literatuur dat negatieve opvoeding invloed had op de ontwikkeling van agressief gedrag bij kinderen3.
Ik werk nu al jaren in de kinderopvang, met kinderen tussen de 0 en 12 jaar, en pas dan ook bijna altijd toe wat ik heb geleerd bij mijn studie en cursussen. Het kind echt zien, kijken en luisteren wat hij of zij bedoelt met zijn of haar woorden en gedrag en dan positief opvoeden of ingrijpen. Ik merk dat het goed werkt, kinderen geven aan dat ze mij heel lief vinden en ze vertellen me vaak persoonlijke problemen of delen juist leuke dingen met me.
Vandaar deze blog, ik wil mensen bewust maken van het feit dat positieve opvoeding enorm belangrijk is, niet alleen voor de gezellige sfeer in en om het huis, maar ook voor de vermindering van agressief gedrag en de ontwikkeling van pro-sociaal gedrag bij kinderen. Ik zal jullie meenemen naar problemen die kunnen voorvallen als je met kinderen werkt, of ze opvoedt. En hoe je deze problemen op kan lossen op een positieve manier. Ik besef me dat woorden soms anders overkomen als je ze schrijft, ik zal dus zo beeldend mogelijk omschrijven wat er gebeurt en hoe ik reageer. De situaties kunnen wellicht niet zomaar op iedereen in elke situatie worden toegepast. Heeft u advies nodig en denkt u dat uw situatie toch meer aandacht nodig heeft, neem dan contact op.
Situaties en namen in deze blog kunnen zijn aangepast om de privacy van kinderen en ouders te waarborgen.
Wees vrij om uw positieve opvoed-ervaringen en momenten te delen (klik op het plaatje).
Bronnen
1 Brown, S. A., Arnold, D. H., Dobbs, J., & Doctoroff, G. L. (2007). Parenting predictors of relational aggression among Puerto Rican and European American school-age children. Early Childhood Research Quarterly, 22, 147-159.
2 Knafo, A., & Plomin, R. (2006). Parental Discipline and Affection and Children's Prosocial Behavior: Genetic and Environmental Links. 147-164.
3 Benzies, K., Keown, L., & Magill-Evans, J. (2009). Immediate and Sustained Effects of Parenting on Physical Aggression in Canadian Children Aged 6 Years and Younger. The Canadian Journal of Psychiatry<, 54 (1), <55-64.
- Brotman, L. M., O’Neal, C. R., Huang, K., Gouley, K. K., Rosenfelt, A., & Shrout, P. E. (2009). An experimental test of parenting practices as a mediator of early childhood physical aggression. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 50 (3), 235–245.
- Brown en anderen (2007) (zie bron1)
- Reitz, E., Deković, M., & Meijer, A. M. (2006). Relations between parenting and externalizing and internalizing problem behaviour in early adolescence: Child behaviour as moderator and predictor. Journal of Adolescence, 29, 419-436.
Het Magische Schatkist Avontuur – Positieve Overtuigingen Aanleren
Ik heb weer een nieuwe werkvorm geleerd die ik kan aanbieden, ik ben er al mee begonnen en ben helemaal enthousiast. Ik heb de opleiding “Het Magische Schatkist Avontuur” (module 1 (binnenkort module 2 en 3)) van Anneke Davids, van de voormalige praktijk “De kracht van het Kind”, gevolgd. Het is een soort NLP, dus positieve overtuigingen in je hoofd prenten, tot in je onderbewuste, waardoor je meer met dat gevoel gaat leven (ook wel: affirmeren). Het komt met een prachtig pak met 44 kaarten met mooie positieve overtuigingen erop. Het sluit heel goed aan bij kinderen, trouwens ook bij volwassenen, want je mag een “schat” uit een echte schatkist grabbelen, waarvan je voelt dat het bij de nieuwe aangeleerde zin past, waardoor het nog meer bij je blijft hangen. Ik ben heel blij met deze nieuwe werkvorm! En de gezinnen waar ik het al heb toegepast waren ook enthousiast, ouders zagen dat hun kinderen precies kozen wat goed voor hen zou zijn en ik zag kinderen blijer terug de keer erop.
Denkt u dat dit ook bij u of bij uw kind(eren) past neem dan contact met mij of de gemeenten op.
Mag ik wel lachen?
Op mijn Facebook pagina heb ik een keer een foto gepost van mezelf met cake en cadeautjes.. het was een vrolijke foto. Wat ik er niet bij vertelde was bij wat voor soort gezin ik had afgerond. Dit heb ik bewust gedaan, na overleg met de moeder. Ze zei “misschien zullen mensen zo’n vrolijke foto niet begrijpen”. Daar was ik het mee eens en we hebben afgesproken dat ik een andere keer zou vertellen over dit gezin en dat ik dan een foto van een bloem erbij zou posten.
Een dag later bedacht ik me dat ik haar al eerder had horen zeggen dat ze het lastig vond om te lachen in bijzijn van sommige mensen, dat anderen dat misschien niet gepast zouden vinden. Terwijl ze zich op dat moment naar omstandigheden wel goed en oprecht blij voelde. Destijds heb ik haar gezegd: “moet je dan maar depressief worden, of hele dagen somber blijven? En wat leer je je zoon dan? Dat hij niet meer mag genieten van het leven?” Daar was ze het ook wel weer mee eens, dat dat ook niet de bedoeling kan zijn. Ik heb daarom dit stukje geschreven en overlegd met moeder of zij het goed vindt dat ik dit post. Omdat ik graag taboes wil doorbreken. Ik vind het namelijk belangrijk dat iedereen mag leven op zijn eigen manier. Zonder dat dit ten koste gaat van andere mensen natuurlijk.
Het verhaal is als volgt. Ik ben een jaar geleden ingezet bij een gezin, omdat de vader een ernstige ziekte had, waarbij hij steeds minder kon. Hij vond het bijvoorbeeld leuk om met z’n zoon te mountainbiken, in de tuin werken, klussen en heeft z’n vrouw leren kennen bij het dansen, daar hebben ze zelfs prijzen mee gewonnen. Maar hij kon steeds minder.. Toen ik bij deze mensen begon kon hij al niks meer van bovengenoemde en zou hij uiteindelijk overlijden. Ik ben ingezet om de zoon te begeleiden bij dit proces, want de zoon van 8 jaar vertoonde door dit alles onder andere zeer druk gedrag en concentratieproblemen in het dagelijks leven. Het was elke keer weer een periode van spanning en angst als vader weer werd opgenomen.
Het mooie aan dit gezin was, dat ze, ondanks alles altijd de humor inzagen van veel dingen, dat ze grapjes maakten. Dit zorgt er natuurlijk voor dat het dragelijk blijft, en dat er ook op een luchtige manier over de moeilijke dingen gepraat kan worden. Uiteindelijk is vader overleden, maar zelfs op de begrafenis hebben ze de mensen nog met humor verrast met een lied wat klassiek begon, maar uiteindelijk als hardrock nummer eindigde (2Cellos met “Thunderstruck”). Het lied heeft de zoon uitgekozen, het was het nummer van hem en zijn vader. Een bijkomstigheid was dat de mensen met open monden zaten te kijken naar de videoclip.
Waarom het me zo aan het hart gaat is dat deze mensen dus altijd proberen het positieve te zien en altijd proberen iets moois te maken van het leven, ik vind dat echt mooi. Maar dat dit wordt belemmerd door gedachten, zoals: “ik mag niet lachen”, “ik moet m’n lachen inhouden”, “andere mensen denken dan misschien dat ik er niks om geef dat hij is overleden” dat vind ik erg. Gedachten die ontstaan zijn door een gedachtengoed vanuit de cultuur. Of ja, waar zou dit eigenlijk door komen? Maar waarom is het niet gepast als ze lachen, terwijl lachen hen juist op een fijne manier aan hun geliefden doet herinneren? Vandaar mijn eerste poging om dit taboe te doorbreken.
De zoon van ondertussen 9 maakt het goed, hij vond mijn hulp soms lastig, omdat hij dan juist aan z’n vader ging denken, maar hij vond het ook fijn en zou er niks aan willen veranderen. Hij had veel negatieve gedachten na het overlijden van z’n vader, en heeft dit om weten te buigen. Zijn oplossing was dat hij alle negatieve gedachten (zoals iemand de schuld willen geven) in een put gooit, want hij heeft geleerd dat je niks aan die negatieve gedachten hebt. Verder kan hij goed praten over lastige dingen met z’n moeder en ze geeft antwoord op al zijn vragen, op een manier die voor hem begrijpelijk en goed is. Samen gaan ze verder van het leven genieten, op alle mogelijke manieren die bij hen passen.
Ik ben heel erg trots op jullie!
Super Speurtocht in Corona-tijd
Super Speurtocht
Hebben jullie alle beren en paaseieren al gevonden? Hier is een leuke speurtocht voor kinderen om samen met een ouder of verzorger het speuren nog een stapje interessanter te maken!
Ga in je buurt op zoek naar beren en paaseieren achter de ramen van huizen. Zoek dan uit welk huisnummer het huis heeft. Kijk op welk getal het huisnummer eindigt.. Welke opdracht hoort er bij dat getal?! (zie hieronder)
Alle opdrachten zijn voorbeelden, je kan zelf alles aanpassen aan het niveau, de interesses en de behoeften van de kinderen. Per huisnummer laat je de kinderen 1 opdracht doen (bijvoorbeeld bij huisnummer 11: 20 keer hinkelen, niet gelijk alle sportopdrachten laten doen.
Veel plezier en denk aan de veiligheid, goed afstand houden van anderen! 😊
Benodigdheden: een balletje en krijt (zie 1 en 8)
-1 = Sporten: (10 of 20 keer) hinkelen / springen / jumping jacks (spreid-sluit met je benen en je armen naar de zijkanten) / rennen op de plaats / hakken tegen je billen / knieën hoog / 3 rondjes draaien / ren tot en met […] en ren weer terug / rek- en strek oefeningen / als je een klein balletje meeneemt omhoog gooien en opvangen / overgooien met een balletje.
-2 = Zingen: zing een liedje over een dier / kindje / lente / verjaardag / het weer / auto / bus / trein / zing een liedje waar een land / stad / kleur / getal in wordt genoemd.
-3 = Rekenen: maak een som met plus 4+5=9 /min 12-4=8 / keer 3×5=15 of gedeeld door 10:2=5 / hoeveel is “dit huisnummer + 12”?/ tel de ramen / hoeveel is “het aantal ramen x 3”? / hoeveel rode bloemen staan er in deze tuin? / hoeveel is “het aantal gele bloemen in deze tuin – 4”?
-4 = Zoek opdracht: Ter plekke iets verzinnen wat het kind kan vinden in de buurt van dit huis. Bijvoorbeeld: Zoek een (witte) auto / zoek een (rode) bloem / voordat we verder gaan moet je een vogel zien of horen.
-5 = Dingen opsommen: Noem (bijvoorbeeld 3 of zoveel mogelijk) : soorten fruit / kleuren / boeken / vormen / dingen die je kan drinken / groenten / oranje dingen die je kan eten / bloemen / dieren (die kunnen zwemmen / vliegen / groter zijn dan een koe / kleiner zijn dan een konijn) / sporten waar een bal voor nodig is / provincies van Nederland.
-6 = Doe een dansje: zelf laten bedenken wat voor dansje / hoofd, schouders, knie en teen / vogeltjesdans / tsjoe tsjoe wa / pasapas / de pinguïndans / swish swish / doe een gek dansje / alternatief: gekke bekken trekken.
-7 = Kennisvragen: Welke kleur krijg je als je […rood en geel] mengt? = oranje (rood en blauw = paars / blauw en geel = groen / rood en groen = bruin) / welke dag komt er na […vrijdag] / welke maand komt er voor […april] / wat is de hoofdstad van […Zeeland] / wat is het Engelse woord voor […fiets] / hoeveel poten heeft een […spin] ?/ wat moet je altijd doen voordat je een weg oversteekt?
-8 = Tekenopdracht: Neem krijt mee of een klein notitieboekje en een pen/potlood/stift of zoek een krijtsteentje. Teken een […vorm; hartje] / huis / dier / bloem / voertuig / boom / gezicht / mens / appel / of teken iets en de ander moet raden wat je tekent.
-9 = Schooltje spelen: Bepaalde opdrachten waar het kind aan toe is: tel tot 10 / tel van 10 tot 20 / tel met tientallen naar 100 (10, 20, 30, …100) / tel terug van 10 / tel terug van 100 met tientallen / zing of zeg het ABC / zeg of zing de dagen van de week / de maanden / schrijf de letter/het woord […] in de lucht/op de stoep.
-0 = Uitbeelden: Beeld iets uit, zonder woorden/geluiden te gebruiken, de ander moet raden wat je uitbeeldt. Je kan een categorie geven zoals een dier / een beroep / een sport / alternatief voor jonge kinderen: doe een […hond] na (met geluid).
Verveling van je kinderen te lijf gaan
De Denkstoel
Ik ben nu al bij een aantal gezinnen geweest waar ik hetzelfde terug hoor van ouders. Ze vinden het vervelend dat ze altijd moeten bedenken wat hun kinderen zouden kunnen doen (als ze niet op de tablet mogen). Ze geven aan dat hun kind(eren) niks leuk vinden en dat ze moe worden van telkens maar weer dingen verzinnen.
Wat ik hen meegeef is dat het ook niet nodig is om altijd dingen voor je kind(eren) te bedenken. Kinderen kunnen best zelf bedenken wat ze zouden kunnen doen. Ik heb zelf ervaren dat kinderen van een jaar of 4, 5, 6 nieuwsgierig worden als je hen zegt: “Ga maar op de denkstoel zitten.” Ze vragen me wat dat is en welke stoel dat dan is.
De denkstoel is een zelf gekozen stoel uit de kamer waar een kind op kan zitten. Het kind kan op die stoel de tijd nemen om zelf iets te bedenken wat hij of zij zou willen doen. Het kind kan er weer af komen als deze iets bedacht heeft.
Ik krijg terug van gezinnen dat het in het begin wel werkt. Ik denk zelf dat het belangrijk is niet terug te vallen in het oude patroon van dingen blijven verzinnen voor je kind.
Leuk voorval
Ik coachte een gezin met een zeer creatieve jongen die ook nooit wist wat hij moest doen en z’n moeder werd gek van steeds maar weer dingen moeten verzinnen. Toen ik over de denkstoel vertelde werd deze jongen zo enthousiast dat hij er gelijk zelf eentje ging maken van karton. Een week later kwam ik terug en had hij de stoel opnieuw gemaakt, maar dit keer van hout en had hij er kussentjes op gemaakt (zie foto).
Vervelen is niet erg
Van een wijze moeder, met wat oudere kinderen, heb ik geleerd dat je kan zeggen dat het niet erg is om niks te doen en dat verveling soms leidt tot goede ideeën. Tegenwoordig zeggen haar kinderen nooit meer dat ze zich vervelen.
Echt luisteren
Hoe je een band krijgt door dingen te onthouden
Ik werkte al een aantal weken op een locatie en één meisje (8) zag mij niet echt staan, ze had haar zusje, waardoor ze mij als persoon niet echt nodig had. Sommige kinderen kijken graag de kat uit de boom en zullen niet zo snel toenadering zoeken.
Verhalen loskrijgen
Op een dag kwam ze verdrietig binnen en keek ze alleen naar beneden. Ik vroeg haar wat er was en na een poosje wachten [geef kinderen de kans om moeilijke dingen te vertellen, vul het niet te snel voor ze in] zei ze dat ze het niet leuk vond dat ze wakker was gemaakt, want ze had de mooiste droom van haar leven gehad. Ik vroeg haar waar de droom over ging. Maar omdat we nog niet zo’n goeie band hadden zei ze “dat zeg ik niet”. Ik deed net of ik dit niet had gehoord en praatte even met iemand anders [alles om mezelf even wat bedenk ruimte te geven om dit op te lossen] Toen vroeg ik het nog een keer met een vriendelijke toon. “Waar had je over gedroomd?” “Dat wil ik niet vertellen” zei ze. Ik zei met een begripvolle toon: “oh, dat hoeft ook helemaal niet hoor.” En toen ik bijna wegdraaide vertelde ze meteen waarover ze had gedroomd [kinderen willen toch graag aandacht]. De droom ging over een ziekenhuis en zij was de zuster die mensen mocht verbinden. Ik vertelde haar dat ik door mijn EHBO cursussen nog veel verbanden thuis had liggen en dat ik die een keer voor haar mee zou nemen, dan kon ze daar in het echt mee spelen. Daarna ging ze vrolijk spelen.
Beloftes nakomen
Een paar weken later nam ik de verbanden mee en dit vond ze erg leuk. Ze zei: “oh ja, dat had je belooft toen je nog maar net hier werkte.” Wat voor mij betekende dat ik die dag echt door haar op de kaart was gezet.
Kinderen onthouden veel, vooral beloftes en de momenten dat je deze momenten waar maakt. Zo ook de momenten dat je beloftes niet nakomt, wellicht goed om je goed van bewust te zijn.
Kun je kinderen zelf oplossingen laten bedenken?
Super-Kat-Snel
In de kleedruimte
Elke dinsdag ga ik met een aantal kinderen van de BSO naar zwemles. Een meisje (6) was bijna altijd als laatste klaar met omkleden. Alles en iedereen was interessant om haar heen. Op elke prikkel reageerde ze, zonder door te gaan met omkleden.
Ik moest haar steeds weer laten focussen op het omkleden. Toen we een keer erg laat aankwamen bij het zwembad dacht ik “dit moet sneller kunnen.”
Eigen oplossingen laten bedenken
Ik legde haar uit dat we heel laat waren en vroeg haar of ze misschien een truc kende om zichzelf heel snel om te kunnen kleden. Ze dacht bijna een minuut na, maar ik liet haar toch zelf denken, want het is belangrijk dat het haar eigen idee is. Toen kwam ze op een goed idee. Ze kon zich “super-kat-snel” omkleden, net als de kat van PJ Masks, een van haar favoriete series. En ik zei “wauw, wat een goed idee! Doe dat maar.” Ze ging super snel van start, nadat ze de “catchphrase” had gezegd van “Catboy” en hield het vol totdat ze klaar was. Dat ging dus super goed en super snel.
Een kinds’ interessegebied en logica
Een week later zei ze al van tevoren dat ze het niet super kat snel wilde doen, maar vanaf toen heb ik haar nooit meer aan hoeven sporen. Alsof het nu in haar systeem zat dat ze door moet gaan met omkleden. Echt super mooi wat kinderen zelf allemaal kunnen bedenken. Hun hersenen zijn super creatief en ze kunnen zelf heel goed bedenken welke hulpmiddelen ze kunnen inzetten. De kans is groot dat die manier hen goed kan helpen, het komt namelijk uit hun eigen interessegebied en hun logica.
Het blijft ze bij
Ze vroeg mij laatst of ik al andere kinderen had geholpen met haar trucje. Zo had ik aan haar namelijk gevraagd of ik haar truc mocht gebruiken op mijn site, “dan kan ik ook andere kinderen helpen.” Vandaar dat ik dit blog-bericht nu plaats.
Ik vroeg haar toen of ze het nog wel eens gebruikte en ze zei dat ze het ook thuis nog wel eens had gebruikt. Toch fijn zo’n trucje om ons minder te laten zeuren op hen. 😉
Hoe kun je kinderen met plezier laten opruimen?
Opruimkampioenen
Wie kinderen heeft die van opruimen houden die mag zich kenbaar maken, misschien dat we van die opvoed-technieken allemaal nog iets kunnen leren. Nu ik er zo over denk ken ik wel veel kinderen (vooral van 4 en 5 jaar) die graag willen helpen bij van alles en nog wat (afwassen, spullen op tafel zetten, crackers smeren) maar voor opruimen heb ik ze nog niet in de rij zien staan.
Spelenderwijs is het leuker
Wat kinderen wèl vaak leuk vinden zijn spelletjes. Daarom is het soms handig om er een spel van te maken, in plaats van vijf keer te vragen of ze nu alsjeblieft eens willen gaan opruimen en als ze het dan nog niet doen boos en geïrriteerd te raken.
Het is misschien wat lastig om voor elk soort troep nu te omschrijven hoe het op een leuke manier kan worden opgeruimd, maar probeer je in te leven in de belevingswereld van het kind en bedenk iets creatiefs. Daarbij is het standaard handig om bijvoorbeeld vijf minuten van te voren en daarna één minuut van te voren aan te kondigen dat ze dan moeten opruimen, zodat ze voorbereid zijn.
Voorbeelden van het leuk maken van opruimen
Neem een takelwagen van het speelgoed van de kinderen (3 jaar) en laat hen de wagen vullen met duplo, rijd dan met een leuk geluidje de wagen naar de duplobak en leeg de takelwagen. Vertel erbij wat er gebeurt, zodat het een soort rollenspel wordt. “Zo jongens, de wagen is weer leeg, vullen maar!” Zo wordt het levendig voor de kinderen en wordt opruimen leuk. Op den duur zullen ze opruimen niet meer als iets negatiefs zien.
Houdt je kind (4 t/m 10 jaar) van wedstrijdjes? Doe dan een spel wie als eerst de meeste blokken kan opruimen of wie de meeste stiften van de grond op kan rapen. Is het kind alleen en kan je hem of haar niet helpen dit keer laat hem of haar dan een wedstrijdje tegen de klok doen. Alles moet opgeruimd zijn in een minuut, de tijd gaat nu in. (Als de lange wijzer weer bovenaan staat dan moet je klaar zijn. (Uitleg voor jonge kinderen is wel van belang.)) Je kan ook zeggen “ruim alles op wat groen is!” “nu alles waar rood in zit!” Dan vinden ze het ook weer even interessant.
Met 11+ kinderen/jongeren kun je wellicht de poespas beter uit de weg gaan en goede gesprekken aangaan en afspraken maken. Luister ook echt naar het kind/de jongere en geef duidelijk aan wat voor jou/jullie belangrijk is en wat gevolgen zijn van niet opruimen. Kom tot compromis met deze gesprekken.
Weerstand
Is er toch weerstand, dan kan dit aan verschillende dingen liggen. Soms door een voor de hand liggende reden en soms door een veel dieper gaande reden dan we denken. Neem daarom contact op met Gezinscoach Pauline als je/jullie er samen met je kind/jongere niet uitkomen.
Het pest-hulpteam
Hoe je pestgedrag kan omdraaien tot hulpgedrag
Op een zonnige dag waren we op pad met de kinderen van 4 en 5 jaar van een BSO. Een aantal kinderen liepen al een stuk verder dan ik, maar ik zag dat ze met z’n vieren om een jongen “X” heen gingen staan. Twee van hen duwden X een beetje tegen de muur aan, het zag er bedreigend uit voor hem.
Op een rustig moment erover praten
Ik heb X later gevraagd of hij erover wilde praten, toen zei hij voorzichtig “nee”. Omdat ik altijd heel goed naar kinderen luister ging ik toch doorvragen 😉 maar dan met gesloten vragen, zodat hij niet veel hoefde te zeggen. (dit kan trouwens gevaarlijk zijn, omdat kinderen makkelijk ja zeggen als je suggestieve vragen stelt, maar ik kende de situatie al een beetje.)
Werd je gepest?” Vroeg ik. “Ja” zei X. “Gebeurt dat vaker?” vroeg ik. “Ja” zei X. Toen zei ik tegen hem dat ik het echt niet leuk voor hem vond dat ze met z’n allen op hem gingen. “Nee” zei X. “Wat moeten we daar nou aan doen?” vroeg ik. “Ik weet het niet” zei X.
Pesters omtoveren tot pest-bestrijders
A (één van de duwers) bleef duidelijk bij ons in de buurt, omdat ze wel graag wilde horen wat ik allemaal met X besprak. Ik sprak haar toen aan met “A, mag ik jouw iets vragen? Jij bent heel slim toch?” “ja, ik ben heel slim” zei ze. Toen ging ik bij haar zitten en zei haar dat X wel eens gepest wordt en dat zij wel iemand is waar iedereen naar luistert, of zij misschien kon helpen als het weer gebeurde. En dat wilde ze wel. Toen vroeg ik wat ze dan zou zeggen. Daar had ze ook al een antwoord op. “Als ze iets zeggen wat niet leuk is, dan zou ik zeggen van ‘zou jij het leuk vinden als iemand dat tegen jou zegt?’ en dan stoppen ze wel.” Ik zei dat ik het super vond dat ze dat zo zou doen. En toen heb ik het aan X vertelt. Toen heb ik ook nog B aangesproken met hetzelfde verhaal als bij A. Hij wilde het ook wel. Ik heb A en B nog trots gezegd dat ze nu in het pest-hulpteam zitten van X en dat ik daar heel blij mee ben en ook dat als het goed gaat of juist niet dat ze dan even overleggen met mij.
Tips & trics
De truc is hier om geen enkel kind te beschuldigen maar hen in te zetten met hun kwaliteiten en hen verantwoordelijkheid te geven. Ze hebben nu een doel waar ze zich goed over kunnen voelen! 🙂 Beschuldig je ze en straf je ze over het feit dat ze pesten, dan is de kans groot dat ze X weer zullen pesten met een extra reden (“jij hebt geklikt!”). Daarnaast kunnen ze nog stiekemer gaan pesten.
Een belangrijke tip is dat je iedereen over dit ‘pest-hulpteam’ inlicht, zoals juffen, ouders, bso-leidsters en andere betrokkenen, liefst nog voordat je het gaat toepassen.
Het ging goed, er werd niet meer gepest. Wat er wel was gebeurt was dat A dacht dat ze X in de gaten moest houden, zodat hij niemand zou pesten. Oeps..! Belangrijk is dus om geregeld na te vragen aan alle betrokkenen hoe het gaat en door te vragen. Ook je waardering uit spreken over al het goeds dat de kinderen samen hebben bereikt zorgt ervoor dat ze ermee doorgaan.
Positief Straffen
Drukteschoppertje aan het werk
Ik was met een klein groepje kinderen die ik nog niet zo goed kende en iedereen was lekker aan het spelen, behalve één jongetje (5). Hij was wild aan het gooien en opvangen van dingen waar je niet mee zou moeten gooien. Hij gedroeg zich verder wild en rende af en toe door de ruimte. Ik waarschuwde hem dat hij moest stoppen, omdat er anders iets kapot kon gaan. Maar toch ging hij door…
Straf
Toen zei ik hem dat hij op een krukje moest komen zitten, bij mij aan tafel, maar hij wilde dit absoluut niet. Door mijn houding en stem merkte hij wel dat ik het meende. Ik zette een krukje klaar en hij kwam er met tegenzin op zitten. Hij schoof met krukje en al weg van me. Ik zei: “dat is prima, als je maar op het krukje blijft zitten” waardoor er geen (extra) strijd komt.
Inleven in een kind
Na een paar minuten ging ik naar hem toe. Wat ik voordien dan doe is me inleven in zo’n jongen, wat denkt hij en waarom doet hij dit? Waarschijnlijk vind hij het lastig om alleen te spelen, of vind hij het lastig om te vragen of hij mee mag spelen en dus gaat hij zich in z’n eentje vermaken. Of hij zoekt op deze manier aandacht, of hij is gewoon heel vrolijk vandaag en leeft zich lekker uit. Voor hem is het al vervelend dat hij tijdens zijn spel, waar hij waarschijnlijk niks verkeerds in zag, op een krukje moet gaan zitten. Ik wil hem dus niet nog verder de grond in boren, ik wil alleen dat hij mij snapt en dat het over zijn gedrag gaat, niet over hem zelf.
Excuses laten maken met behoud van een vrolijke spirit
Ik zeg het volgende: “A. ik vind het helemaal niet erg dat je zo vrolijk en enthousiast bent, dat vind ik juist leuk aan je. Maar ik heb je gevraagd om te stoppen, omdat als je met dingen gaat gooien en gaat rondrennen dan gebeuren er ongelukken, maar je bent gewoon doorgegaan. Daarom wil ik dat je sorry tegen me zegt.” Met een lichtelijk droevig, maar begrijpend gezicht zegt hij sorry. Ik zeg: “oké, knuffel?” om hem te laten merken dat het nu is opgelost en dat het weer helemaal goed is. Zijn gezicht klaart op en tegelijkertijd is er een enorme verbazing op z’n gezicht te lezen. Hij geeft me een knuffel, kijkt vrolijk en gaat lekker spelen. Wanneer ik hem wegbreng en gedag zeg krijg ik nog een dikke knuffel van hem. 🙂
Hoe kun je uitscheldende kinderen op hun plek zetten?
Zo mooi als een prinses
Soms ben je het wel eens beu om je kind elke keer weer een waarschuwing te geven. En soms is het misschien ook niet zo handig. Zo vind ik het persoonlijk bijvoorbeeld niet zo gepast om te zeggen: “als je nog één keer zo iets lelijks zegt tegen haar ga je op het krukje zitten.” Het meisje is in dit geval namelijk al gekwetst door het uitscheldende kind. Je geeft degene die uitschelt de kans om dit nog een keer te doen, voordat de straf volgt. Daarnaast worden de gevoelens van het meisje, dat zich gekwetst en misschien zelfs onzeker voelt door deze opmerking(en), bij deze straf helemaal vergeten.
De methode
Een enorm fijne methode om kinderen in te laten zien wat ze met iemand doen is hen te vertellen dat ze iemanakt en dat ze, om het goed te maken, iets liefs mogen zeggen tegen het betreffende kind in de vorm van een complimentje. Vaak weten kinderen eerst niet wat je bedoelt. Maar als ze het snappen komen de mooiste dingen naar boven en worden de gekwetste kinderen weer vrolijk gemaakt.
De aanpak
Om uit te leggen wat een complimentje is zei ik tegen een jongen (5): “je mag nu iets aardigs over haar zeggen, want je hebt haar verdrietig gemaakt met wat je net zei. Je kan bijvoorbeeld zeggen dat ze een mooie jurk aan heeft, of dat je haar aardig of lief vind, bedenk zelf maar iets.” Hij dacht een poos na en zei toen tegen haar: “je bent zo mooi als een prinses.” Het meisje begon te blozen en te stralen, ik probeerde niet te smelten en zei: “Dat is echt super lief van je om dat te zeggen” en tegen haar: “is het nu weer goed?” En het meisje zei: “ja” met een glimlach van oor tot oor erbij.